Saffierstraat
Foto's: Roxi Pop/ B Pop Media
Saffierstraat
Ik woon aan de overkant,
waar het ruikt naar oude gevels,
snoepstraten, geplette muggen, groentebedjes,
gekwetste bomen, appelthee,
de overkant, waar het klinkt als knikkers over ongelijke straten,
als oude grond, als vallende fiets, als dansende kastanje.
Rokje huppelt over de kasseien.
Ik wrijf over een elleboog.
Mijn huid heeft vele plooien.
Aan de overkant, waar onze gevels staan gespiegeld,
geschrankt, gevlochten, geparkeerd,
staat een ander huis, een ouder huis
dat van vogels is gemaakt,
breekbaar op de punten,
de stammen en de knoesten,
maar onbeschermd, ongeklasseerd.
Rokje huilt dat ze naar huis moet.Ze krijgt geen tak meer in haar zakken.
De toekomst moet beter gespreid.
Vogels kijken door de ramen.
Vogels fladderen, roepen, waarschuwen:
aan de overkant, aan de overkant woon ik!
Dit gedicht kwam tot stand door een samenwerking met de Klimaatdichters.
home | klimaatdichters