Albertpark
Klokhuis
Snijd het kroontje van de stad en kijk
naar binnen, recht in dat rode klokhuis.
Wie woont daar tussen pilaren van vruchtvlees?
Wie zingt een lied en wie roept je naam?
Welkom. Eerst je vingertoppen over de daktuin,
dan je arm en je hele lijf. Je ligt nu in het midden
van de vergeetplaats en kinderen suizen voorbij.
Maar onthoud: er is altijd wel iemand die naast je zit.
De echo van een gitaar, het rinkelen van glas.
Laten we het decor naar voor brengen en tikken
tegen de scharnieren – misschien dat op een dag
de kooi openvalt. Dan kruipen wij in de kieren
tussen het gras, dan verdwijnen we in de rand.
Dit gedicht kwam tot stand door een samenwerking met de Klimaatdichters.
home | klimaatdichters